Gescheiden ouders blijven niet altijd op dezelfde plek wonen. Een verhuizing binnen een beperkte straal levert veelal weinig problemen op. Een verhuizing verder weg kan wel degelijk tot geschillen leiden. Hoe pak je dat aan en wat zijn de criteria?
Eenhoofdig gezag
Als een ouder het eenhoofdig gezag heeft, kan deze ouder zelf de verblijfplaats van de kinderen bepalen en met de kinderen verhuizen. De bevoegdheden van de ouder met gezag worden begrensd door:
De ouder zonder gezag kan een verhuizing tegenhouden of terug laten draaien. De rechter dient in geval van eenhoofdig gezag te toetsen of de belangen van de minderjarige door de verhuizing ernstig in het gedrang komen en of de ontwikkeling van de band tussen de ouder zonder gezag en de minderjarige daardoor ernstig wordt geschaad. Uit de jurisprudentie blijkt dat een rechter niet gauw een verhuisverbod of bevel terugverhuizing oplegt.
Toestemming van de andere gezaghebbende ouder
Wanneer de andere ouder ook het gezag heeft over de kinderen dan moet je aan hem/haar toestemming voor verhuizing vragen, zelfs wanneer de nieuwe woonplaats een paar kilometer verderop gelegen is. Het gezag heeft immers betrekking op de persoon van de minderjarige en zijn/haar verblijfplaats valt daar ook onder. Beslissingen in dat kader dienen samen te worden genomen.
Vervangende toestemming rechtbank
Wanneer de andere gezagdragende ouder het niet eens is met de verhuizing kunnen jullie proberen met hulp van een mediator nieuwe afspraken te maken. Als er geen afspraken kunnen worden gemaakt en de toestemming voor de verhuizing niet wordt gegeven, dan kan er een gerechtelijke procedure worden gestart bij de rechtbank. De rechter kán dan vervangende toestemming verlenen voor de verhuizing van de kinderen.
In de rechtspraak zijn criteria geformuleerd aan de hand waarvan een verzoek om vervangende toestemming voor verhuizing door de rechter moet worden beoordeeld. De criteria zijn:
Verplicht terugverhuizen
Het is van belang om zo snel mogelijk een juridische procedure te starten wanneer de andere ouder zonder toestemming met de kinderen is verhuisd. De rechter kan dan beslissen dat deze ouder terug moet verhuizen of de kinderen bij de andere ouder gaan wonen. Reden waarom dit zo snel mogelijk moet gebeuren, is omdat uit jurisprudentie blijkt dat wanneer de andere ouder al langere tijd met de kinderen in de nieuwe woonplaats woont, er geoordeeld kan worden dat de kinderen al geworteld zijn in hun nieuwe omgeving. Een terugverhuizing naar de eerdere woonplaats kan dan onder omstandigheden niet meer in het belang van de kinderen worden geacht.