Ook na je scheiding hebben jullie onderhoudsplicht tegenover je kinderen, kinderalimentatie. De hoogte van die alimentatie is afhankelijk van wettelijke maatstaven: wat het kind nodig heeft en de draagkracht van degene die kinderalimentatie betaalt.
De draagkracht van degene die alimentatie betaalt, kan door de jaren heen veranderen. Bijvoorbeeld omdat je werkloos wordt. Als die werkloosheid niet verwijtbaar is – denk aan een reorganisatie – kan het zijn dat de ouder met inkomensverlies met succes een wijzigingsverzoek bij de rechtbank in kan dienen; hij of zij gaat dus minder betalen. Als inkomensverlies verwijtbaar is, wordt voor de vaststelling van kinderalimentatie vaak met een fictief inkomen gewerkt. Dit kan heel nadelig uitpakken voor degene die de alimentatie moet betalen; je hebt immers niet het inkomen dat je wel geacht wordt te hebben. Je moet dan kunnen aantonen dat je over onvoldoende middelen beschikt om in je onderhoud te voorzien.
In 2018 kwam er voor het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch een zaak voor waarin juist deze vraag beantwoord moest worden. Een vader wilde een co-ouderschapsregeling voor zijn kinderen, maar de moeder wilde hier niet aan meewerken. Zij was het er niet mee eens dat de twee dagen ouderschapsverlof van de vader – en dus een lager inkomen – voor een lagere kinderalimentatie zouden zorgen.
Volgens het gerechtshof kon de vader niet verweten worden dat hij ouderschapsverlof had opgenomen; de enige reden voor dat verlof was om meer voor zijn kinderen te kunnen zorgen. Ook kon niet van de vader geëist worden dat hij meer ging werken om het oude inkomen terug te krijgen.
Wil je advies of hulp bij het wijzigen of vaststellen van kinderalimentatie? Neem gerust contact met me op om te horen wat ik voor je kan doen in een vrijblijvend gesprek.